Geschiedenis van het Kabelgat (vervolg van de voorpagina)
-Het Kabelgat was een flinke periode door de weeks elke avond en in het weekend permanent open, waarbij het zelfs zondag aan het begin van de middag alweer vol begon te lopen.
Er werd op verschillende plekken in 't Kabelgat gemusiceerd, regelmatig spontaan door Leen Schoen, Hans Dekker en Dirk van Braam, Fred Ham en Co Akkema, John Yankiwicz en op andere momenten speelde er een band in het Theater. Verschillende vaste bezoekers vormden in de loop der jaren bands met als meest tot de verbeelding sprekende voorbeeld de Felix Cat Mauw/Wauw Group, maar ook Turf, Miscellany en Backyard hadden hun roots in 't Kabelgat. Vanaf eind 1969 vond ook een in Amsterdam opgerichte band er domicilie: het voor 60% uit Zaankanters bestaande Cirrus Minor, dat elke zaterdag in 't Kabelgat oefende. Die zaterdagmiddagen werden mede daardoor druk bezocht, zo druk zelfs dat regelmatig het Theater moest worden gebarricadeerd omdat oefenen anders op een optreden ging lijken.
De band Cirrus Minor trad er regelmatig op, ook nadat 't Kabelgat eind 1971 op last van de brandweer werd gesloten en korte tijd later verder moest in een houten keet aan het Land van Middelhoven (Heijermanstraat). In de ene grote ruimte die daar beschikbaar was (later na verbouwing 2 kleinere) was het aanmerkelijk minder gezellig, maar totdat het afbrandde in 1974 regelmatig nog behoorlijk druk.
Andere bands die er optraden: de Bards (vooral de eerste 2 jaar zeer regelmatig), Oneofallofus, Friends, Fruit of the Loom (Amsterdamse bands) en Kaz Lux (memorabel: een - vanwege de warmte - spontaan opgezet openlucht concert op het Land van Middelhoven).
De bands werden veelal begeleid door een lichtshow: meestal de Corsz Ereynesz Lightshow, soms de Wonderland Lightshow van Frans Room en later de Shocking Lightshow. Met eigen apparatuur werd ook wel een lichtshow gegeven op de witte muren van het stadhuis aan de overkant. Ongetwijfeld een van de legio redenen dat het gemeentebestuur het weinig representatieve hippiecentrum liever kwijt dan rijk was.
In 1970 speelde de commercie in op het succes van 't Kabelgat en het verwante Provadya? door 'Undergroundavonden' te organiseren in L'Ecole aan de Botenmakerstraat, het gebouw waar later 't Drieluyck in zou worden gevestigd. Hoewel daar een aantal aardige bands optraden (onder meer Focus), liet het alternatieve publiek zich niet verleiden: men nuttigde liever thee en een joint in de jongerencentra dan bier in een commerciƫle tent.
(tekst en foto's Paul Vreeken)